De doelstelling van de Wet aanpak schijnconstructies (Was) is het voorkomen van oneerlijke concurrentie tussen bedrijven, het versterken van de rechtspositie van werknemers en het waarborgen van een beloning voor werknemers. Bij de invoering van de Was is afgesproken dat de maatregelen binnen drie jaar na hun inwerkingtreding geëvalueerd zouden worden. De maatregelen zijn in de periode 1 juli 2015 tot 1 januari 2017 in werking getreden. Om die reden is ervoor gekozen de evaluatie van de Was in 2019 plaats te laten vinden.
De bewindslieden van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben de uitkomsten van de evaluatie naar de Tweede Kamer gestuurd. Belangrijkste conclusie is dat de evaluatie van de Was een gemengd beeld laat zien. De ketenaansprakelijkheid voor loon heeft een preventieve en correctieve werking, wat er aan bijdraagt dat werknemers het loon ontvangen waar ze recht op hebben. De maatregelen in de Wet minimumloon helpen om te waarborgen dat een werknemer daadwerkelijk het wettelijk minimumloon ontvangt. De maatregel die mogelijk maakt dat de Inspectie SZW sociale partners een melding doet van een vermoeden dat de cao niet wordt nageleefd, wordt gewaardeerd als een nuttig instrument om cao-naleving te bevorderen. Dat geldt ook voor de mogelijkheid om een algemeenverbindendverklaring van een cao met maximaal een jaar te verlengen. De praktijk is echter weerbarstig. Nieuwe wet- en regelgeving lokt nieuwe ontduikingsconstructies uit, zoals bij de minimumloonmaatregelen te zien is. Hoewel de maatregelen uit de Was hun meerwaarde hebben aangetoond heeft de evaluatie ook inzichtelijk gemaakt waar de beperkingen van deze maatregelen liggen.